Advies drinkbekers
Drinken uit een beker. Het lijkt zo simpel. Je strekt je hand uit, pakt de beker vast, tilt ’m op en neemt een slok. Maar het zijn stuk voor stuk complexe bewegingen voor een belangrijke basisvoorwaarde om te leven: vochtinname. Voor cliënten in verschillende zorgsettings heeft ‘goed drinken’ te maken met het ziektebeeld, slikproblematiek, mate van zelfstandigheid (en al dan niet aanwezige hulp), motorische problematiek, smaak, maaltijdambiance, timing, etc. Het gaat daarom te ver om te stellen dat alleen een goede drinkbeker ‘goed drinken’ mogelijk maakt. Wel kan een adequate beker veel problemen voorkomen. Deze keuzehulp helpt bij het maken van de keuze voor de juiste drinkbeker.
Vijf types
Deze keuzehulp onderscheidt vijf types drinkbekers:
- Open bekers
- Rietjes(bekers)
- Bekers tegen morsen
- Gevormde drinkbekers
- Bekers met slokdosering
Open bekers
Open bekers lijken op reguliere drinkbekers maar hebben vaak een stevige grip door diepe groeven en ergonomisch vormgegeven handvatten. Een nadeel van open drinkbekers is dat het risico op morsen en verslikken blijft bestaan.
Sommige open drinkbekers hebben een dekseltje met drinktuit-optie om dit risico te verminderen. Een tuitbeker is echter vaak niet de beste oplossing, met name bij (mogelijke) verslikproblematiek, verminderde mondmotoriek of verminderde verstandelijke functies. Ten eerste omdat de tuit tijdens de slok in de mond blijft, er daardoor minder lipsluiting en -kracht is en er risico is dat het vocht direct achterin je keel komt. Ook voel je de temperatuur van de drank bij een tuitbeker niet goed, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Rietjes(bekers)
Het voordeel van het drinken uit een beker met een rietje is dat je de beker niet naar je mond hoeft te brengen, wat het risico op knoeien vermindert. Maar het drinken met een rietje kan ook gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld als je zuigt door in te ademen (dus met de luchtweg open). Het is dus belangrijk om te bepalen of er nog voldoende mondmotoriek is, of er begrip is voor het principe van zuigen en er geen sprake is van verslikproblematiek. Vraag dit na bij een expert, bijvoorbeeld een ergotherapeut of een logopedist.
Bekers tegen morsen
Bekers tegen morsen maken gebruik van een in- of opzetstuk om de kans op morsen, bijvoorbeeld als gevolg van trillen of een bewegingsbeperking, te verminderen. Met gebruik van het in- of opzetstuk wordt de snelheid van uitstroom van de vloeistof uit de beker beperkt. Je hebt dus de tijd om je op de slok voor te bereiden waardoor er minder kans is op verslikken. Je moet nog wel zelf de slok kunnen doseren.
Gevormde drinkbekers
Door een neusuitsparing of een schuine vorm kun je makkelijk uit de beker drinken, zonder je hoofd achterover te hoeven doen. Deze bekers worden vaak gebruikt als je volledig afhankelijk van hulp bent bij het drinken. De begeleider ziet dan ook beter waar de vloeistof is. Een nadeel van dit soort bekers is dat er meer kans is op morsen, de bekers zijn immers open.
Bekers met slokdosering
Met een beker met slokdosering bepaal je vooraf hoeveel milliliter vloeistof je per slok drinkt. Na elke slok kantel je de beker om het doseringssysteem weer te vullen. Het doseren is van belang bij verslikproblematiek, als je zelf niet de vloeistof kunt doseren, als je de neiging hebt te snel te drinken (maar wel zelfstandig wil drinken) of bij morsen.
Tips van ergotherapeuten
Neem de tijd om een keuze te maken voor een geschikte beker. Bedenk welke aspecten voor jou belangrijk zijn om je keuze te bepalen. Heb je verslikproblemen en wil je zelfstandig kunnen drinken? Is er sprake van bewegingsbeperkingen of heb je tijd nodig om de beker naar je mond te brengen? Kan je niet goed zien of heb je extra grip nodig om de beker vast te houden? Neem al deze vragen mee in je overwegingen bij de keuze voor een beker die het beste bij jou past.
Realiseer je bijvoorbeeld dat de kleur van de beker belangrijk kan zijn, zowel in positieve als in negatieve zin. Het drinken van sinaasappelsap uit een groen doorschijnende beker is voor veel mensen minder aantrekkelijk door het kleurcontrast. Anderzijds kan het kleurcontrast tussen de beker en de ondergrond de herkenbaarheid van de beker verhogen.
Om te voorkomen dat je je verslikt in een hete drank, schrikt of dat je je lippen of tong verbrandt, is het belangrijk dat je aan de beker kunt voelen hoe warm (of hoe koud) de drank is. Sommige drinkbekers hebben een thermosfunctie waardoor de drank lang warm of koud blijft, dat kan een voordeel zijn. Denk ook na over het gewicht: een lichte beker kan prettig zijn als je weinig kracht hebt, maar een zwaardere beker kan handig zijn als je trilt. Sommige mensen hebben de neiging te bijten in de beker. Kies dan voor een zachtere kunststof beker. En om te kunnen zien welke of hoeveel vloeistof er (nog) in de beker zit is het, zowel voor jou als voor jouw eventuele hulp, handig als de beker gemaakt is van doorschijnend materiaal of de vorm zo is dat je gemakkelijk in de beker kijkt.
(Bron: scouters.nl)